Wat me van vroeger is bijgebleven, is dat een komma geplaatst wordt voor een voegwoord. In mijn tekstschrijversbestaan merk ik dat een komma veel vaker op zijn plek is. In een opsomming bijvoorbeeld, of voor en na een bijstelling.
Een komma is een leesteken dat wordt gebruikt om een tekst beter te kunnen lezen en begrijpen. De lezer moet de pauzes leggen op de plek waar de auteur ze ook legt of bedoeld heeft. Vaak is een duidelijke pauze hoorbaar of verandert de toonhoogte van de zin een beetje.
Hoe hoort het eigenlijk?
Er zijn geen vaste regels voor het gebruik van komma’s. Wel zijn er een aantal uitgangspunten waar we ons aan houden. Zo zijn komma’s vanzelfsprekend:
- Tussen twee naast elkaar staande persoonsvormen in een zin
- In opsommingen
- Na de aanhef of een slotgroet in een brief of e-mail
- Voor voegwoorden zoals zodat, indien, hoewel, omdat, maar, aangezien, opdat en terwijl
- Tussen gelijkwaardige bijvoeglijke naamwoorden
- Voor en na een bijstelling of een uitbreidende bijzin
- Voor of na een aanspreking

Bron: taalhelden.org, Onze Taal en taal-oefenen.nl